Voor wat betreft de financiering wordt onderscheid gemaakt tussen:
a. Eigen gemeentelijke financieringsbehoefte;
b. Financiering van de sociale woningbouw;
c. Financiering van aan de gemeente gelieerde instellingen.
Eigen gemeentelijke financieringsbehoefte (a)
Bij de eigen gemeentelijke financieringsbehoefte gaat het om de financiering van de investeringen van de gemeente Arnhem, de financiering van geprivatiseerde onderdelen van de gemeente en de exploitatie van lasten en baten. Bij de investeringen moet naast de reguliere financieringen van de gemeentelijke taken worden gedacht aan grote stedelijke projecten, zoals Arnhem Centraal, stadsvernieuwing in de binnenstad, grondexploitatie en onderhoud in de infrastructurele sfeer. Als ‘inkoop’ van geld (de funding) wordt gebruik gemaakt van de volgende financieringsmiddelen (stand per 31-12-2020):
- de kapitaalmarkt voor langlopende financieringsmiddelen: € 707,8 miljoen. Het betreft hier dus de leningenportefeuille opgenomen gelden (O/G);
- de geldmarkt voor kortlopende financiering (< 1 jaar). Naar verwachting zal per ultimo 2020 een klein overschot in het kasgeld zijn ontstaan van € 3,4 miljoen, wat zich uit in een positief banksaldo;
- de binnen Arnhem beschikbare reserves en voorzieningen met een volume van € 130,3 miljoen.
Binnen de gemeente wordt voor de financiering een omslagrente van 2% in rekening gebracht bij de investeringen en de projecten.
De portefeuille door de financieringsfunctie uitgezette gelden (U/G), heeft per 31-12-2020 een volume van € 46,9 miljoen. Het betreft hier leningen aan instellingen en verzelfstandigde organisatie-onderdelen.
Arnhem en de wereldeconomie
De kredietcrisis en de daarop volgende economische recessie hebben ertoe geleid dat de gemeente na een aanvankelijke stijging is geconfronteerd met een gestaag dalende rente. In de sfeer van de financiering heeft de recessie daarmee voor de gemeente voordelen opgeleverd.
Nederland en Noord-Europa hebben de recessie achter zich gelaten en de economie herstelt zich. Bij een doorzettend herstel van de economie hoort een stijging van de rente en hier zien we een ontwikkeling, die niet was verwacht. Ten opzichte van de laagste rente in de recessiejaren is de rente op de kapitaalmarkt niet gestegen, maar verder gedaald. Na de aankondiging door de ECB dat het opkoopprogramma van staatsobligaties (de zogeheten kwantitatieve verruiming) in 2019 wordt uitgebreid is de rente nog verder gedaald. Alle analisten en economen zijn van mening dat dit een voor de kapitaalmarkt onhoudbare situatie is, maar voor de gemeente betekent dit dat financiering goedkoop blijft.
Financiering van de sociale woningbouw (b)
Voor de financiering van de woningbouw wordt door de corporaties nadrukkelijk gekeken naar het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW), waarmee de gemeente Arnhem een achtervangovereenkomst heeft gesloten. Dit landelijke fonds fungeert als waarborg ten aanzien van risico’s van wanbetaling en vervult daarmee de garantstellende rol die gemeenten van oudsher hadden. Het bestaan van het WSW samen met ontwikkelingen op het gebied van schaalvergroting en regionalisering van de woningcorporaties verklaart waarom de rol van de gemeente op het terrein van de financiering van woningbouw de afgelopen jaren kleiner is geworden en nu zo goed als uitgespeeld is. In 2020 heeft de gemeente nog maar één lening van € 10.000 aan de woningcorporatie Omnia Wonen op de balans.
Financiering van aan de gemeente gelieerde instellingen (c)
Bij de financiering van aan de gemeente gelieerde instellingen gaat het om activiteiten die nauw grenzen aan het beleid van de gemeente Arnhem. Het gaat hier vooral om instellingen in de sectoren zorg, sport en cultuur. Ook bij deze financiering wordt de laatste jaren een terughoudend beleid gevoerd.
Bij de directe (eigen) financiering van de activiteiten van de instellingen heeft de gemeente Arnhem een gericht toezicht op het reilen en zeilen van de betreffende instellingen. Door aan de te verstrekken leningen waarborgen te verbinden kan bij calamiteiten direct worden gereageerd (voorbeeld: executie bij recht van eerste hypotheek).
Tevens bestaan er bij de sectoren zorg en sport waarborgfondsen. Met borgstelling door deze waarborgfondsen kunnen instellingen bij banken een lagere rente bedingen en hoeft de gemeente zelf geen lening te verstrekken. Het waarborgfonds voor de sport (SWS) garandeert maximaal de helft van de lening en eist een garantie van de gemeente voor het resterende deel van de lening.
De economie trekt aan, maar niet op alle fronten in een gelijk tempo. Daardoor blijft het mogelijk dat een instelling, die langer geconfronteerd wordt met de gevolgen van de achter ons liggende recessie, (eerder) in moeilijkheden komt en bij de gemeente aan moet kloppen voor ondersteuning. Dat risico wordt substantieel verkleind door de garanties van de waarborgfondsen.