Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Uitgangspunten van beleid bepaling weerstandsvermogen voor risico's

Na de robuustheid van de begroting zelf vormen de buffers voor risico’s als het ware de tweede vorm van zekerheid en geven mogelijkheden goed om te kunnen gaan met tegenvallers en financieel minder goede tijden.
Het centrale uitgangspunt van het gemeentelijk beleid voor risico's is dat de gemeente voldoende buffers heeft om risico's die financiële impact kunnen hebben als die zich voordoen op te kunnen vangen. Het doel is daarbij om niet iedere tegenvaller direct van invloed te laten zijn op het lopende beleid, waardoor de reguliere dienstverlening niet meteen in het gedrang komt:

De benodigde weerstandscapaciteit wordt steeds bepaald door de omvang en impact van de risico’s te bepalen. Het gemeentelijk risicoprofiel voor de MJPB 2020-2023 is opnieuw geïnventariseerd.
Onder beschikbare weerstandscapaciteit wordt verstaan de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt om risico’s te kunnen dekken. De hoogte van de beschikbare weerstandscapaciteit wordt bepaald door de reserves van de gemeente, de algemene reserve en de bestemmingsreserves grondexploitatie.
De spelregels hiervoor liggen vast in het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV), de beleidsnota 'Weerstandsvermogen en risicomanagement 2006' en de gemeentelijke verordening Financieel beleid en beheer gemeente Arnhem 2018 (artikel 11 en 21).

Zoals al eerder aangegeven is hierover het volgende vastgelegd: 'Voor een robuuste financiële positie mag de weerstandsfactor niet lager zijn dan 1. Indien de weerstandsfactor lager is dan 1 is aanzuivering van de algemene reserve vereist. Indien de factor hoger is dan 1,4 dan kunnen reserves worden aangewend voor (nieuw) beleid.

Recente ontwikkelingen spelregels weerstandsvermogen en verbeteren financiële robuustheid balans

De beleidsnota dateert uit 2006. Vanaf die tijd zijn de spelregels voor de berekening van het weerstands-vermogen een aantal keren aangepast aan de actuele ontwikkelingen. In aansluiting op het eerder genoemde onderzoek van bureau Cebeon werd in 2016 besloten te gaan werken met een weerstandsfactor tussen de 1,0 en 1,3 om daarmee de buffers voor risico’s meer robuust te gaan berekenen (besluit van 7 november 2016, zaaknummer 2015-12-00787). Aanleiding daartoe was ook dat tijdens de crisis bleek dat de buffers voor risico's te laag waren ingeschat en de feitelijke tegenvallers groter waren.

In aansluiting op de gemaakte afspraken in het coalitieakkoord is de bandbreedte voor de weerstandsfactor verhoogd naar 1,4. Wijzigingen in spelregels hebben steeds doorgewerkt in de paragrafen Weerstandsvermogen en Risicomanagement van MJPB’s en Jaarrekeningen en de verordening Financieel Beleid en Beheer.

Zoals eerder aangegeven in het Jaarverslag 2017 en MJPB 2019–2022 is een specifiek onderzoek uitgevoerd naar de werking van de spelregels weerstandsvermogen. Uit dit onderzoek is onder andere nogmaals expliciet naar voren gekomen dat de het weerstandsvermogen tijdens de economische crisis niet toereikend was. Tekorten in het grondbedrijf, kortingen op specifieke uitkeringen en het gemeentefonds waren veel groter dan bij de berekening van de risico's was voorzien. Uit het onderzoek komen de volgende adviezen:

  • Signaleer met name externe risico's eerder. Bijvoorbeeld de negatieve gevolgen van Rijksbeleid;
  • Houdt meer rekening met tegenvallers in een crisissituatie en houdt hiermee rekening bij de bepaling van het gemeentelijk weerstandsvermogen;
  • Reken dit door in de vorm van scenario's waardoor een meer tastbaar en transparant beeld voor de gemeenteraad ontstaat. Die benadering wordt ook al gekozen voor het Grondbedrijf waarin in de Financiële Jaarrapportage steeds scenario's zichtbaar worden gemaakt.

Een belangrijke overweging die uit het onderzoek naar voren gekomen is, is dat wanneer tegenvallers/risico's zich daadwerkelijk voordoen bij budgetten met een structureel karakter het niet mogelijk is om deze binnen 1 jaar in de begroting op te vangen. Tijd voor het ontwikkelen van bezuinigingsvoorstellen, tijd voor besluitvorming en frictiekosten zijn hiervan de oorzaak. Voor een meer robuuste berekening van de omvang van het gemeentelijk risicoprofiel wordt geadviseerd de risico's bij structurele budgetten twee jaar mee te tellen. Deze gedragslijn hanteren ook veel andere gemeenten. De gemeente heeft er vooralsnog voor gekozen deze gedragslijn niet te volgen. Bij de voorbereiding van de nieuwe nota Weerstandsvermogen en risicomanagement zal de raad opnieuw de afweging voorgelegd worden om wel of niet deze methodiek te volgen.  

Zoals al eerder aangegeven heeft de gemeente besloten de financiële soliditeit, het derde niveau van robuustheid, de balansposities als solvabiliteit en schuldquote te verbeteren. Op basis van rekenregels ('aflossen/afschrijven' in 20 jaar) in de Verordening Financieel beleid en beheer worden ingaande 2019 jaarlijks bedragen toegevoegd aan de bestemmingsreserve, waarmee een extra buffer voor solvabiliteit wordt gevormd.
Het voorstel zoals opgenomen in de Perspectiefnota 2020–2023 om deze extra buffer voor solvabiliteit ook onderdeel uit te laten maken van de berekening van het beschikbare weerstandsvermogen kon niet op steun van de raad rekenen.

Op weg naar een nieuwe beleidsnota Weerstandsvermogen en risicomanagement

Aan de hand van de besluitvorming van de raad over deze MJPB 2020 – 2023 ligt duidelijk vast welke financiële spelregels van toepassing zullen kunnen zijn voor de komende periode. Aansluitend daarop zal een geactualiseerde Beleidsnota Weerstandsvermogen en risicomanagement aan de raad worden voorgelegd. Leerervaringen op het gebied van risicomanagement, ontwikkelingen in het vakgebied en de uitkomsten van drie themabijeenkomsten over dit onderwerp zorgen voor input voor deze nieuwe nota.  

Grondexploitatie

De risico’s van de grondexploitatieprojecten worden, binnen bandbreedtes op basis van parameters,  gekwantificeerd in een eigen berekening voor het risicoprofiel voor de grondexploitaties, tot één totaal benodigde weerstandscapaciteit voor de grondexploitatie. Ook voor wat betreft de grondexploitaties worden de ontwikkelingen in het risicoprofiel nauwlettend gevolgd en gemonitord.
Voor een uitgebreidere omschrijving en verklaring van de risico’s, de financiële positie, de ontwikkeling van de benodigde weerstandscapaciteit van het grondbedrijf wordt verwezen naar de paragraaf Grondbeleid en de Financiële Jaarrapportage Projecten 2018.